Golf Inside
De golfsport is een prachtige sport voor lichaam én geest, bij uitstek geldt voor golf: mens sana in corpore sano. Het optimaal raken van een balletje, diameter 4,67 cm, met een clubblad van pakweg 40 vierkante cm, is al een kunde en kunst op zich, die het uiterste vergt van de oog-handcoördinatie, stabiele houding en een krachtige soepele swing die je buikspieren teistert. Je gaat per ronde over geestelijke bergen en door vergelijkbaar diepe dalen. Je komt jezelf voortdurend tegen, maar elke nieuwe slag herbergt de belofte in zich om de vorige slechte te doen vergeten.
Golf kan echter ook op andere wijzen worden gekarakteriseerd: het lijkt een elitaire sport, voornamelijk beoefend door ‘dames’ en ‘heren’ van een verder gevorderde leeftijd die in een zekere mate van welstand verkeren. Het is ook een wellevende en beschaafde sport. Ik ken nauwelijks een andere waar de competitors elkaar na elke slag complimenteren dan wel een hart onder de riem steken. Een sport waarin het volstaat om, als je door een speler in de flight achter je voorbij wordt geslagen, diens bal op een teetje te leggen. Waar de spelregels in aantal minder lijken dan de etiquetteregels. Hierbij moet me wel van het hart dat door de versoepeling voor het verkrijgen van een handicap de aandacht die ooit aan de regels werd geschonken sterk aan inflatie onderhevig is, getuige onder andere het aantal niet herstelde pitchmarks, de niet aangeharkte bunkers, de karren vóór de green na het putten… Hopelijk ook zijn de taferelen op de laatste Ryder Cup geen voorbode van de totale verloedering van onze zo dierbare sport.


