Column

Golf Inside 

De golfsport is een prachtige sport voor lichaam én geest, bij uitstek geldt voor golf: mens sana in corpore sano. Het optimaal raken van een balletje, diameter 4,67 cm, met een clubblad van pakweg 40 vierkante cm, is al een kunde en kunst op zich, die het uiterste vergt van de oog-handcoördinatie, stabiele houding en een krachtige soepele swing die je buikspieren teistert. Je gaat per ronde over geestelijke bergen en door vergelijkbaar diepe dalen. Je komt jezelf voortdurend tegen, maar elke nieuwe slag herbergt de belofte in zich om de vorige slechte te doen vergeten. 

Golf kan echter ook op andere wijzen worden gekarakteriseerd: het lijkt een elitaire sport, voornamelijk beoefend door ‘dames’ en ‘heren’ van een verder gevorderde leeftijd die in een zekere mate van welstand verkeren. Het is ook een wellevende en beschaafde sport. Ik ken nauwelijks een andere waar de competitors elkaar na elke slag complimenteren dan wel een hart onder de riem steken. Een sport waarin het volstaat om, als je door een speler in de flight achter je voorbij wordt geslagen, diens bal op een teetje te leggen. Waar de spelregels in aantal minder lijken dan de etiquetteregels. Hierbij moet me wel van het hart dat door de versoepeling voor het verkrijgen van een handicap de aandacht die ooit aan de regels werd geschonken sterk aan inflatie onderhevig is, getuige onder andere het aantal niet herstelde pitchmarks, de niet aangeharkte bunkers, de karren vóór de green na het putten… Hopelijk ook zijn de taferelen op de laatste Ryder Cup geen voorbode van de totale verloedering van onze zo dierbare sport.  

IMG_2757
kraai op tak 2

 

 

Golf is ook een sport waar het onmogelijke mogelijk wordt: wie heeft er niet ooit na een mooie afslag op een par 3 stad en land afgezocht naar zijn of haar bal, om vervolgens tot het inzicht te komen dat deze wel eens in de hole zou kunnen liggen, wat dan ook het geval is? Wie maakte nooit een 20 meter lange putt, bijvoorbeeld op de onmogelijke green van hole 6 Oost? En het volgende verhaal is geen (vissers)golflatijn: mijn flightgenoot sloeg in zijn tweede slag zijn bal, een prachtige gele Titleist – met markering – op de apron van hole 3 Zuid. Een kraai kwam aanvliegen met een gele bal in zijn snavel, streek neer naast de Titleist, liet de bal uit zijn snavel vallen, pikte de Titleist op en vloog weer weg. De bal die de kraai achterliet was een rangebal! Een kraai met smaak zullen we maar zeggen! 

Gevaarlijk kan golf ook zijn: zelf viel ik een keer door de voorruit van een buggy, ik reed ooit als een blind paard in een diepe sloot en ik spinde roekeloos op een spekgladde baan een viertal keren om mijn as, gelukkig zonder kwalijke gevolgen. Toegegeven, het zegt meer over mij dan over golf. Een bal die je keihard tegen een paaltje slaat en die als een boemerang naar je terug ketst, ook dát is eigen verdienste. Als je nietsvermoedend wilt gaan putten en onder luid gekreun breekt er een zware tak van een boom, die vervolgens een paar meter van jou vandaan onder donderend geraas neerstort, dan is dat botte pech (het overkwam me op hole 3 Zuid, weer die!). Blind slaan in de mist gebeurt: totaal onverantwoord. Maar tegen een  golfer met (onbewust) moorddadige neigingen heb ik een klacht ingediend. Deze presteerde het om vanuit de bunker ter linkerzijde van afslag 1 Oost óver de gele teebox in de richting van mij en mijn partner, staande op de rode afslag, zijn bunkerslag te oefenen. Zijn mislukte slag resulteerde in een bal die met razende snelheid net mijn hoofd miste en vervolgens in de heg smoorde. Bijna was deze column nooit geschreven! 

Harrie Koolen 

Copyright © Golfclub Het Rijk van Nijmegen